Wildervank, voormalige Hervormde kerk 


Van 1655 tot 1659 kwamen de hervormden bijeen in een schuur. Ze hadden al wel een eigen dominee. In 1659 werd de eerste steen gelegd voor deze kerk. Aanvankelijk bestond die alleen uit een middenschip met toren. Later is de kerk aan beide zijden vergroot, zodat hij een kruisvorm kreeg. De klimop is bij de laatste opknapbeurt van de kerk verwijderd.

Op 31 december 2006 is in deze kerk de laatste dienst gehouden. Hervormden en Gereformeerden van Wildervank kerken nu samen in de "Grote Kerk" van Wildervank.


Wildervank, front

Op 26 oktober 1864 wordt tijdens een vergadering van Kerkvoogden en Notabelen "...een voorstel ingediend ten einde pogingen aan te wenden een orgel in de kerk te bekomen."

Men neemt de tijd om tot een beslissing te komen, ook al in verband met het ontbreken van de nodige fondsen, maar op 1 december 1865 geeft Jan Engberts Blaauw "...als zijnen wensch te kennen een gift van twee duizend gulden te schenken voor het plaatsen van een orgel in de kerk aan deze Gemeente toebehorende, onder voorwaarde dat aan zijn Ed. daarvoor wierden afgestaan twee of drie zitplaatsen in de banken die ter verkoop zouden worden aangeslagen, om de opbrengst daarvan tot hetzelvde doel te doen strekken."~1~

Op 8 februari 1866 worden tekeningen en bestek ter tafel gebracht. Men wil het advies van één of meer deskundigen en stelt een commissie in.

Op 22 maart berichten de notulen: "De vergadering door den voorzitter geopend zijnde, wordt van wege de commissie, belast geweest bij deskundigen een onderzoek te doen, of een ontvangen bestek en tekening van een orgel ontworpen door den heer Meijer te Veendam aan de eischen der Kunst en een goede Smaak zouden beantwoorden, wordt in dezen verslag gegeven, dat zij bij monde van de heeren Kuipers onderwijzer te Scheemda, en Meijer musicus te Stads-Kanaal daaromtrent de gunstigste getuigenissen hebben ontvangen; waarop door den Voorzitter in omvraag gebragt wordt, of men aan bovengenoemden Meijer het vervaardigen van een orgel zal opdragen, het welk met algemene stemmen wordt aangenomen."

Het Orgel werd dus besteld bij "R. Meijer orgelmaker te Veendam bij allen als een achtenswaardig man bekend en van wien men de gunstigste getuigenissen nopens Zijn bekwaamheid heeft ontvangen, van de Heeren orgelmakers te Barmen (waar hij zijn opleiding heeft genoten)" De prijs is f 5000,-.

In januari 1867 krijgt Meijer een voorschot van f 500,-. De ingebruikname van het orgel vond plaats op 8 september 1867. Het werd daarbij bespeeld door W.J. Kuipers, hoofdonderwijzer (en waarschijnlijk dus ook organist) te Scheemda.~2~ Het is aan te nemen, dat deze Kuipers ook grote invloed gehad heeft op de beslissing om in de Hervormde kerk van Scheemda een Meijer-orgel te plaatsen.

De dispositie wordt door Van 't Kruijs in zijn verzameling vermeld: ~4~
"Het Orgel in de Hervormde Kerk te Wildervank telt 22 stemmen, twee klavieren, vrij pedaal en is in 1867 door Meijer en van Dam uit Leeuwarden geleverd.

Hoofdwerk Bovenwerk Pedaal
Prestant 8 Vioolprestant 4 Subbas 16
Bourdon 16 Salicet 8 Violon 16
Gamba 8 Fluit Douce 8 Gedakt 8
Gedakt Fluit 8 Flûte d'amopur 8 Violoncello 8
Roerfluit 8 Flutino 2 Bombardon 16
Octaaf 4 Fagot-Oboe 8
Gemsfluit 4
Quint 2 2/3
Octaaf 2 Stomme reg.
Mixtuur 4st Koppelingen
Trompet 8 Ventiel

Organist de Heer B. Koiter." ~5~

Geschiedenis

Men is blij met het instrument, doch "Door den heer Do Huisinga werd de opmerking gemaakt dat wanneer men zich voor het front van het orgel plaatste men door de pijpen in het binnenwerk konde zien, waardoor veel van de uitwendige heerlijkheid werd weggenomen. Aan K. opgedragen om in overleg met den heer Meijer te zien of zulks door bedekking konde verhinderd worden."

De firma Meijer zèlf wordt in verband met onderhoud nog genoemd in 1876. In 1887 heeft het orgel herstel nodig.~6~ De begroting van de weduwe Meijer bedraagt f 425,–. Van het herstel wordt afgezien.

Na de bouw door Meijer zijn er in de loop der tijd enige kleine doch opvallende reparaties en ingrepen gepleegd:

Beschrijving van de orgelkast

Het orgel heeft een overwegend hoekige kast die Classicistisch aandoet. De stijlen in het front zijn uitgevoerd als zuilen met Dorische kapitelen. In een cartouche boven op de middenkas staat:

De ornamentiek is verder, gezien de omvang van de kas, vrij sober en klein uitgevoerd. Vooral de wel erg kleine vleugelstukken aan weerszijde van de kast doen vreemd aan. Het frontschema luidt:

9 9 9
7 7 7 7 7

De zijwanden en achterwanden bestaan uit een raamwerk met panelen die erg ruim in de stijlen zitten en hier en daar zelfs kieren vertonen. Het dak van de kas is er wel het ergst aan toe. Bij het bovenwerk is het dak verwijderd om de grootste pijpen van de Fagot-Hobo te kunnen herbergen. Achter op het dak ontbreekt een heel stuk dakbekleding. De totale kasdiepte is 352,5 cm.~10~

De dispositie is momenteel:

Man I: Man II:
Prestant 8' Prestant 4'
Octaaf 4' Flute douce 8'
Octaaf 2' Salicet 8'
Mixtuur 2' I-IV
~11~
Sifflet 1 1/3'
Quint 3' Woudfluit 2'
Bourdon 16' Fagot-Hobo 8'
Holpijp 8' Pedaal
Roerfluit 8' Violonbas 16'
Gamba 8' Subbas 16'
Gemshoorn 4' Fluitbas 4'
Trompet 8' Cello 8'
Bombarde 16'

 

Het orgel is anno 1994 in een nog bespeelbare, zij het vervallen staat en kan een restauratie –die inmiddels in voorbereiding is– zeer wel gebruiken.

In 2002 heeft de firma Mense Ruiter de laden van Hoofdwerk en Bovenwerk gerepareerd, alsmede de houten pijpen. Adviseur was Jan Jongepier.

In 2003 is het besluit genomen dat de hervormden en gereformeerden van Wildervank samen zullen gaan. Omdat de staat van de gereformeerde kerk veel beter is dan het hervormde gebouw, wordt deze laatste nog maar ééns in de vier weken gebruikt.

De hervormde gemeente wil haar gebouw graag overdragen aan de Stichting Oude Groninger Kerken, want het was altijd al moeilijk om gebouw en orgel te onderhouden, maar nu helemaal. De stichting verlangt echter een "bruidsschat" van 30.000 Euro en dat bedrag is er gewoon niet.

In 2003 heeft CvD video-opnamen gemaakt tijdens de Open Monumentendag
De geluidsfile in QuickTime-formaat is 324KB.

Het Dagblad van het Noorden meldt in juli 2006 dat met de restauratie van het orgel begonnen is. Het artikel is hier te lezen.


Home

Voetnoten

  1. Notulen van de vergadering door Kerkvoogden gehouden den 1sten December 1865. Jan Engberts Blaauw is rentenier en Notabel bij de herv. Gemeente Wildervank.
  2. Stemmen voor Waarheid en Vrede 1867; blz. 730
  3. Dat Meijer in ieder geval (zeker later) zelf pijpen maakte blijkt uit een van de brieven naar Alblasserdam. We komen hier elders op terug.
  4. Van 't Kruijs; blz. 74
  5. Koiter werd blijkens de notulen naar aanleiding van de vergadering van 20 april 1878 aangesteld. Zijn voorgangers waren P.J. Muntendam, P. Cornelissen (1868-1873) en wederom Muntendam. In 1901 wordt A.N. van Halteren aangesteld, die tot 1948 in functie blijft. Diens opvolger is R. Venema, die het orgel ook onderhoudt en daarover een zeer drukke correspondentie voert met de kerkvoogdij.
    Overigens zou de datum van Koiter's aanstelling (al weer geruime tijd na de bouw van het orgel) gedeeltelijk kunnen verklaren waarom de naam Van Dam hier opduikt; per slot van rekening heeft de organist de bouw niet meegemaakt. Van enige bemoeienis van de Firma van Dam is tot nu toe nergens iets gebleken.
  6. De organist C. Bos te Veendam raamt de kosten op f 260,-.
  7. De offerte van Snelleman dd 2 october 1897 meldt:
    Voor het repareren/schoonmaken en krachtig intoneren van het orgel f 150,-
    Voor nieuw pedaal f 30,-
    Voor herstel der frontpijpen f 30,-
    Repareren mechaniek f 50,-
    Cornet f 50,-
    Waar de resterende f 100,05 vandaan komt is onbekend.
  8. In een brief van 1960 stelt organist Venema nog meer wijzigingen voor in het pedaal, (alleen Subbas en Bombarde blijven bewaard; rest van het pijpwerk zou worden omgebouwd tot Octaafbas 8, Koraalbas 4 en Nachthoorn 2), maar bij deze wijziging is het blijkbaar gebleven. Venema zelf wilde de wijzigingen uitvoeren.
  9. Brief Flentrop Orgelbouw n.v. gedateerd 26 november 1963.
  10. Dispositie van het orgel in 1990, afkomstig uit het rapport van J. Jongepier.
  11. Mixtuur 1-4st Samenstelling:
    C c c1 c2
    1 1/3 2 2/3 2 2/3 4
    2 2 2/3
    1 1/3 2
    1 1/3
  12. De twee fronten die nog het dichtst in de buurt komen staan hieronder:



  13. Bij de vertaling van dit orgel door Eric Eisenberg schreef hij: "Two organ builders I know (Alfred Kern and Ernest Muhleisen) also built their 1st organ (their schooling Masterpiece indeed) very differently from their ongoing production. Your hypothesis about Wildervank seems very good !"